Wijzen van stemming

Stempas: stembureau naar keuze

De kiezer krijgt ten minste veertien dagen vóór de verkiezingen een stempas thuis gestuurd. In het verleden konden kiezers op vertoon van een oproepingskaart maar op één, op de kaart vermelde, stembureau (het gymnastieklokaal veelal) stemmen. Met de in 2009 wettelijk ingevoerde stempas (waarmee al sinds 2004 op grote schaal experimenten plaatsvonden) is het mogelijk om overal binnen de eigen gemeente te stemmen. Mét de stempas is de identificatieplicht ingevoerd: de kiezer dient bij het stemmen, naast de stempas, ook een geldig identiteitsbewijs te tonen.

Ook zijn sinds 2009 de openingstijden van de stembureau’s flexibeler geworden. Hoofdregel blijft dat stembureau’s van 7.30 tot 21.00 uur geopend zijn, maar bijvoorbeeld stembureau’s op een treinstation zouden al om 7.00 open kunnen gaan. Ook zijn mobiele stembureaus mogelijk gemaakt.

Schriftelijk stemmen

Sinds 1983 is het ook mogelijk om schriftelijk een stem uit te brengen. Dit geldt alleen voor die kiezers die op de dag van de kandidaatstelling buiten Nederland wonen of op de verkiezingsdag om redenen van werk buiten Nederland verblijven (artikel M 1 Kieswet). De Nederlanders die in het buitenland wonen moeten een verzoek om als kiezer te worden geregistreerd indienen bij de burgemeester van ‘s-Gravenhage. Een dergelijke registratie is nodig omdat er voor Nederlanders die in het buitenland wonen geen equivalent bestaat van de GBA waaruit het Nederlanderschap blijkt. Deze registratie is in Den Haag gecentraliseerd. Het verzoek moet gericht worden aan de burgemeester van de gemeente waar men ingeschreven staat als het gaat om de mensen die op de verkiezingsdag in het buitenland zijn, maar daar niet wonen (artikel M 3 Kieswet). Bij inwilliging van het verzoek stuurt de burgemeester van ‘s-Gravenhage een stembiljet, een retourenveloppe en een briefstembewijs aan de kiezer (artikel M 6 Kieswet).

Bij het stemmen vanuit het buitenland is bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2006 een experiment gedaan met stemmen via internet, nadat in 2004 een eerste experiment hiermee werd gehouden bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. In 2006 hebben 19815 kiesgerechtigden via internet hun stem uitgebracht. Van de kiezers die zich voor internetstemmen hadden geregistreerd, heeft 92 procent daadwerkelijk gestemd. Daarnaast stemden 10.003 buitenlandse keizers per brief, 2020 kozen voor een kiezerspas en 689 stemden per volmacht.

Volmacht

Kiezers die verwachten niet in staat te zullen zijn in persoon aan de stemming deel te nemen, kunnen volmacht verlenen aan een andere kiezer om zijn stem uit te brengen (artikel L 1 Kieswet). Dit kan gebeuren door overdracht van de stempas (artikelen L 14-16 Kieswet) of door het aanvragen van een volmachtbewijs (artikelen L 7 – 13 Kieswet). In 2007 heeft het kabinet in verband met de verkiezingen voor Provinciale Staten een brief gestuurd naar een groot aantal zorginstellingen waarin aandacht werd gevraagd voor de kwetsbare situatie van verstandelijk gehandicapte (met name demente) mensen. Daarbij is er uitdrukkelijk op gewezen dat het niet aan het personeel van deze instellingen is om initiatieven te ontplooien om voor deze kiezers bij volmacht te stemmen. Sinds 2009 geldt er voor het stemmen met volmacht een identificatieplicht.

Stemmachines

Steeds vaker werd er in het verleden bij verkiezingen gebruik gemaakt van stemmachines: het stemmen d.m.v. het met een rood potlood aanbrengen van een rondje op een stembiljet werd vervangen door het stemmen door middel van het drukken op een knop van een stemmachine. In 2007 echter bracht de commissie Besluitvorming Stemmachines, onder voorzitterschap van Hermans, rapport uit: Stemmachines, een verweesd dossier. Conclusie van de commissie: de Regeling voorwaarden en goedkeuring stemmachines 1997 stelt geen eisen stelt aan de beveiliging, de opslag en het transport van stemmachines. Evenmin wordt compromitterende straling bij het uitbrengen van stemmen met behulp van een stemmachine tegengegaan. Tevens oordeelde de commissie dat het proces van de goedkeuring niet transparant genoeg was en dat onderdelen van de stemmachines en de daarbij gebruikte programmatuur (bijvoorbeeld voor het vaststellen van de verkiezingsuitslag) niet aan keuring worden onderworpen. De Commissie vond dat de regeling moest worden aangepast.

Zie voor het rapport: Bijlage 30.800 VII, Handelingen Tweede Kamer, 2006-2007, nr. 46.

Vervolgens bracht de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces, onder voorzitterschap van de heer Korthals Altes, op 27 september 2007 haar rapport Stemmen met vertrouwen uit, zie: Bijlage 31.200 VII, Handelingen Tweede Kamer, 2006-2007, nr. 5.

In dit rapport concludeert de commissie dat de stemmachines in onvoldoende mate transparant en controleerbaar zijn. Ook vindt de commissie dat door het gebrek aan transparantie en controleerbaarheid de integriteit van de werking van de stemmachines niet is gewaarborgd. De Adviescommissie beveelt aan om over te stappen op een stemprinter en een elektronische stemmenteller.

De regering besloot daarop de regeling van 1997 in te trekken: er kan dus niet meer met machines gestemd worden, zie: Staatsblad 2007, nr. 485 Besluit van 4 december 2007 tot wijziging van het Kiesbesluit.

Inmiddels is ook de wettelijke bepaling waarop het Kiesbesluit rustte uit de Kieswet gehaald via de Wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende invoering van het stemmen met een stempas in een stembureau naar keuze binnen de eigen gemeente, zie: Staatsblad 2009, nr. 452. Er werd dus bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 weer als vanouds gestemd met het rode potlood.

Het kabinet stelde in 2007 een commissie-Jacobs in die diende te adviseren over stemmen met de stemprinter en de elektronische stemmensteller. In 2008 rapporteerde de commissie dat de stemprinter onvoldoende betrouwbaar was. De regering nam dit standpunt over: voorlopig geen stemprinter dus. Ook het elektronisch tellen van stemmen is van de baan.

In maart 2013 stelde minister van Binnenlandse Zaken Plasterk een commissie in die moet onderzoeken of elektronisch stemmen opnieuw zou kunnen worden ingevoerd. Eind 2013 verscheen het rapport Elke stem telt van deze commissie Onderzoek elektronisch stemmen in het stemlokaal. De commissie adviseert over te gaan tot elektronisch stemmen en tellen. Het stemmen dient te geschieden met een stemprinter waarmee de kiezer zijn keuze bepaalt en waarmee een papieren stembiljet wordt geprint. De stemprinter slaat de stem niet op en telt ook geen stemmen. Het tellen dient volgens de commissie te gebeuren door de papieren stembiljetten te scannen. Randvoorwaarde voor de commissie is dat het papieren proces leidend moet zijn. In maart 2014 zond minister Plasterk het kabinetsstandpunt over het advies naar de Tweede Kamer. Daarin staat dat het kabinet nu met prioriteit de aanbevelingen van de commissie gaat uitwerken.

Het is de bedoeling om vóór het einde van 2014 dit traject af te ronden. De uitkomsten zullen uiteraard aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Voor internetstemmen is de tijd volgens de minister (nog) niet rijp. Er kleven te veel risico’s aan en het is kostbaar. Het kabinet geeft prioriteit aan het afschaffen van de registratieplicht (per verkiezing) voor de kiezers die vanuit het buitenland mogen stemmen, zodat het voor deze groep kiezers makkelijker wordt om aan de verkiezingen deel te nemen.

Zie: Bijlage 33.829, Handelingen Tweede Kamer, 2013-2014, Elektronisch stemmen en tellen, nr. 1 e.v.

In mei 2015 maakte minister Plasterk bekend dat er eind 2016 een test komt met internetstemmen voor kiezers die vanuit het buitenland stemmen, zie: Bijlage 33.289, Handelingen Tweede Kamer, 2014-2015, Elektronisch stemmen en tellen, nr. 9.

De Kiesraad evalueerde begin juni 2017 de Tweede-Kamerverkiezingen van 2017 en deed daarbij een aantal aanbevelingen:

  • er moet een nieuw model stembiljet komen dat kleiner is dan de huidige
  • er moet elektronisch worden geteld met scanapparatuur
  • de beveiliging van de verkiezingssoftware moet worden verbeterd
  • de processen-verbaal van alle stembureaus moeten op internet worden gepubliceerd om zo de stemresultaten transparant inzichtelijk te maken. Bij de afgelopen verkiezingen stonden deze processen-verbaal niet online.

In zijn reactie deelde minister Plasterk op 30 juni mee bereid te zijn een wetsvoorstel in te dienen om experimenten met nieuwe stembiljetten mogelijk te maken. Het volgende kabinet moet besluiten over aanscherping van de regelgeving voor het gebruik van ondersteunende programmatuur voor het berekenen van de uitslag en regelgeving opstellen om te bepalen waar de zogenoemde StembureauApp aan moet voldoen.

Plasterk vindt, met Kiesraad en gemeenten, dat de tijd voor het vaststellen van de uitslag (door het centraal stembureau) en om te besluiten over de toelating van de nieuwe leden van het vertegenwoordigend orgaan krap is. Hij gaat onderzoek doen naar de voor- en nadelen van de vóór 2001 geldende termijn van 13 dagen. Tenslotte gaat Plasterk met Kiesraad en gemeenten overleggen over de wijze van ontsluiting van de openbaar gemaakte processen-verbaal.

Zie:

  • Bijlage 31.142, nr. 71
  • Bijlage 31.142 Handelingen Tweede Kamer, 2016-2017, nr. 62
  • Bijlage 31.142 Handelingen Tweede Kamer, 2016-2017,  nr. 62 Brief regering evaluatie Tweede-Kamerverkiezingen 2017.

Zie voor wijzigingen van de Kieswet ook paragraaf Vernieuwing van kiesstelsel en kiesrecht.

Scroll naar boven